Search
Close this search box.

Basissuppletie

Basissuppletie

Basissuppletie zijn voedingssupplementen die men dagelijks moet innemen om geen risico te lopen op nutriëntentekorten. Gezien de voedingsgewoonten van de gemiddelde Nederlander, vinden we dat basissuppletie onontkoombaar is. Waarom zijn we zo stellig?

Het is een feit dat de meeste Nederlanders onvoldoende groente en fruit eten om in hun dagelijkse behoefte vitamines en mineralen te voorzien. Vooral van magnesium- een mineraal dat betrokken is bij meer dan 300 processen in ons lichaam- krijgen we veel te weinig binnen.

Zelfs liefhebbers krijgen onvoldoende binnen. De kwaliteit van groente en fruit wordt steeds minder, waardoor zelfs liefhebbers van groente en fruit vaak onvoldoende nutriënten binnenkrijgen. Tijdens de ‘groene revolutie’ ging de opbrengst van gewassen in de ontwikkelde landen met een factor twee tot drie omhoog. Dit is onder andere te danken aan selectie en manipulatie van gewassen, alsmede de toevoeging van kunstmest. De opbrengst blijkt echter omgekeerd evenredig met de nutriëntendichtheid, waardoor de voedzaamheid van gewassen juist achteruitgaat. Uit onderzoek met frambozenstruiken blijkt bijvoorbeeld dat toevoeging van kunstmest (fosfor) ervoor zorgt dat de plant een grotere opbrengst geeft, maar per gram drooggewicht vooral rijker wordt aan fosfor. De acht andere mineralen – natrium, kalium, calcium, magnesium, mangaan, koper, boor en zink – namen maar liefst 20-5-% per gram drooggewicht af. (Hughes et al .,1979)

Wat niet in de grond zit… Landbouwgrond raakt verarmd en uitgeput. Uit een landbouwrapport van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) blijkt dat 25% van de landbouwgrond in de wereld ernstig is uitgeput. Nog eens 8% is matig uitgeput en 36% is stabiel, licht of matig uitgeput (FAO,2011). Bovendien is het gehalte organische stoffen in de bodem gemiddeld al met 50-65% gedaald sinds de mens zijn leefomgeving in cultuur brengt (Lal, 2004). Verarming van landbouwgrond leidt automatisch tot een mindere voedselkwaliteit: wat niet in de grond zit, komt ook niet op ons bord. Dit probleem speelt onder andere in het zuiden van Europa, waar een groot deel  van ons groente en fruit vandaan komt (FAO, 2011). Maar ook in Nederland is de bodem aan het verarmen. Hier is vooral een tekort aan selenium en jodium, maar ook andere nutriënten worden schaarser. De oorzaken van verarming zijn onder andere gelegen in de moderne intensieve productiemethode die sinds de ‘groene evolutie’ in de jaren 60 en 70 op grote schaal worden toegepast. Intensieve productiemethoden zorgen voor vervuiling, waterschaarste, landerosie, minder vruchtbare gronden en een beperkte biodiversiteit. Ook vindt er veel eenzijdige beplanting plaats. Elk gewas neemt een eigen unieke mix van nutriënten op uit de bodem; als men voortdurend één gewas verbouwt, krijgt de grond niet de kans om deze nutriënten weer aan te vullen.

Onrijp geplukt fruit. Om logistieke redenen is het ‘handiger’ om fruit onrijp te plukken: hierdoor kan het langer onderweg zijn en langer worden opgeslagen voordat het verkocht moet worden. Dit is de oplossing waar alle grote supermarkten voor kiezen, omdat ze vaak geen directe toelevering hebben vanaf het land. Echter, veel nutriënten – waaronder vitamine C – worden pas bij rijping in de zon aan de levende plant geproduceerd. Ofwel: hoe langer de weg van de fruitboom naar ons bord, hoe minder voedzaam het fruit is en hoe meer je er van moet eten. Nutriëntarm fruit zorgt daarmee voor een verborgen probleem. De 25% van de Nederlanders die voldoende fruit eet (2 stuks per dag) krijgt nog steeds onvoldoende vitaminen binnen als ze niet structureel kiezen voor biologisch fruit van een vruchtbare bodem.

“Helaas wordt de richtlijn voor visconsumptie door slechts 14% van de Nederlandse bevolking gehaald” 

Weinig bewegingsruimte vee. Kippen, varkens en koeien die weinig ruimte hebben om te bewegen krijgen ook weinig kans om spiermassa te ontwikkelen. Spiermassa bestaat uit eiwitten die in ons lichaam weer worden omgezet in de nodige aminozuren. Vlees uit de fabriek heeft nauwelijks bewogen, is vaak gevoed met granen (niet hun natuurlijke voeding, en granen kunnen bovendien van arme bodems afkomstig zijn), bevat veel vocht en zit vaak vol met antibiotica. Hier treedt dus ook een verdunningseffect op, waardoor men minder nutriënten binnenkrijgt, zelfs al houdt men zich aan de Richtlijnen Gezonde Voeding.

Vitamine D gehalte onnatuurlijk laag.. In Nederland is er een groot deel van het jaar weinig zonlicht voor een optimaal vitamine D-gehalte in het bloed; bovendien zitten de meeste mensen het grootste deel van de dag binnen. Wanneer er wel voldoende zonlicht is, beschermen de meeste mensen zich met zonnebrandcrème. De aanbevolen dagelijkste hoeveelheid in Nederland is gebaseerd op de handhaving van een bloedwaarde van gemiddeld 30 nmol/L. Natuurlijke gehaltes zijn dus bijna zes keer zo hoog als die van stadsbewoners. Orthomoleculair gezien wordt om diverse redenen een bloedwaarde van op zijn minst 80 nmol/L geadviseerd. Noch de ADH, noch het suppletieadvies van de Gezondheidsraad is daarvoor toereikend. Per cliënt zijn er veel verschillen, maar doseringen liggen minimaal op 45-50 mcg per dag om 80nmol/L te bereiken. Hoe hoger de dosering, hoe eenvoudiger het is om de ideale bloedwaarde te bereiken.

Slechts 14% haalt visrichtlijn. Omega-3-vetzuren uit vis vervullen een sleutelrol in de menselijke gezondheid. Omega–vetzuren bepalen de kwaliteit van de celmembranen in onze lichaamscellen, waaronder in het hart en de hersenen. Hoe beter de membranen worden verzorgd, hoe beter ze hun werk kunnen doen. Helaas wordt de richtlijn voor visconsumptie door slechts 14% van de Nederlandse bevolking gehaald. Wie wel vis eet, zou erop moeten letten vooral wild gevangen vette vis te eten. Wilde vissoorten hebben altijd de voorkeur boven kweekvissen, die veel antibiotica binnenkrijgen. Ook hier speelt weer dat vis vrij in de oceaan bewogen moet hebben om een optimaal nutriëntengehalte te bieden. Daarbij heeft koudwatervis de voorkeur, omdat deze voor zijn isolatie nog meer essentiële vetzuren aanmaakt.

Conclusie: basissuppletie. Omdat nutriëntengehaltes in gewassen bewezen achteruitgaan, de ADH niet is aangepast op de huidige nutriëntenstatus van groente en fruit, we onvoldoende vis eten en we onvoldoende zonlicht ontvangen is basissuppletie met multivitaminen en – mineralen, omega-3, vitamine C, vitamine D en magnesium onder alle omstandigheden voor iedereen in Nederland onontkoombaar. Daarnaast blijft het een feit dat u de mensen die wél voldoende in de zon zijn, dagelijks biologisch groente en fruit eten én visliefhebber zijn hoogstwaarschijnlijk maar zelfdenzult aantreffen. Het is daarom essentieel om vanaf dag 1 met basissuppletie te beginnen. Hierdoor wordt ook snel duidelijk waar de problemen liggen: of het zuiver een voedingsprobleem is, of dat er meer aan de hand is. Want, er zijn veel problemen op te lossen of te voorkomen met voeding, suppletie en lichaamsbeweging.

Deel dit :
Meld je aan voor onze nieuwsbrief om update-informatie, nieuws, inzichten of promoties te ontvangen.